Het spook heeft me weer te pakken. Eerst aan de deur komen kloppen in de holst van de nacht. Dan me in de waan laten dat ie weer verdwenen was maar nu zwerft ie weer door mijn lijf.
Gloeiend straalt het door mijn keel, is het mijn adamsappel of schildklier, langs mijn ruggegraat en zwakt af door mijn armen en mondt zwakjes uit in mijn benen. Mijn borstkast lijkt leeg, uitgehold, verteerd door vuur.
Mijn cellen draaien traag en elke pas lijkt er één teveel. Voel me terug in de tijd gekatapulteerd.
Vandaag het laatste mooie weekend van het jaar misschien. In de tas gaat een kussen en deken voor mama, emmer en schupje voor de jongste. Vier uur later kom ik van de bank in het park af.
De mirabellen hangen rijkelijk aan de takken. Net te hoog voor mensenhanden. De gele balletjes verjagen even de pijn in de leden.
Ingeduffeld als een dakloze met een wollen trui, gebreide sokken en een dikke cape trakteer ik de jongste spruit op een ijsje. De ouders zitten zonnebadend op het terras en bekijken met nog net niet argwanend.
Tijd om naar huis te gaan. Het spook niet verder uitdagen. Vanaf vandaag wordt het weer agressieve rusttherapie.
Ik word nog net niet wanhopig. Het ging nu net zo goed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten