Helft gehandicapten heeft geen bevredigende intieme relatie
Zeven procent van de mensen met een fysieke en/of mentale beperking kan op niemand beroep doen bij zware problemen. Bijna de helft van de mensen met een handicap heeft één of twee mensen om op terug te vallen in geval van nood.
Dat blijkt uit een mini-enquête over gezondheid en mentaal welbevinden van de Vereniging voor Personen met een Handicap (VFG), die overigens haar 35ste verjaardag viert. "Driekwart van de ondervraagden heeft minstens één keer per week contact met onder meer zijn familie of kinderen. De helft van de mensen met een handicap zegt geen bevredigende intieme relatie te hebben", luidt het.
Gelukkiger
Regelmatig contact met vrienden en familie zorgt ervoor dat mensen met een beperking zich gelukkiger voelen. Deelnemen aan het verenigingsleven, zelfs sporadisch, maakt dat personen met een handicap zich gelukkiger voelen en meer plezier beleven in het leven, zo blijkt. Wat de gezondheid van de respondenten betreft, vindt 57 procent dat het redelijk goed gaat met zijn gezondheid; 28 procent voelt zich goed tot zeer goed; bijna 15 procent voelt zich slecht.
Zelfstandig wonen
Aan de peiling werkten ruim 700 respondenten, zowel mensen met een fysieke beperking (44 procent) als personen met een verstandelijke handicap (23 procent) mee. De meerderheid woont zelfstandig (83 procent), al dan niet met zijn/haar partner, gezin of ouders. Zowat 18 procent van de ondervraagden maakt (gedeeltelijk) gebruik van een woonvoorziening.
VFG is een Vlaamse erkende socioculturele vereniging van personen met een handicap, langdurig zieken, invaliden, familie en vrienden. Ze telt meer dan 18.000 leden. (belga/ep)
31/05/11 15u42