Google Website Translator Gadget

zondag 1 augustus 2010

Dag 175 Onzichtbaar

Vandaag haar nog eens wassen. Pfff, zie daar tegenop. Zo 's morgens vroeg al energie uitgeven. Met een nat hoofd ga ik naar de bakker. We drogen het straks wel.


We eten een hapje, gaan terug slapen. Hubby werkt dit weekend niet. Kan hij voor de jongste zorgen. Het is 13 uur als ik wakker word. Dat haar steekt inmiddels alle richtingen uit. Toch maar eens de haardroger bovenhalen.

De jongste mag bij een vriendje gaan spelen. Hubby en ik besluiten samen te gaan wandelen. Dat hebben we in geen jaren meer gedaan.

Na een paar honderd meter blijkt dat ik zijn tempo niet kan volgen. Alsof een onzichtbare kracht me tegenwerkt. Ik geraak niet vooruit. Hubby vraagt zich af waar ik ben, draait zich om en past zijn tempo aan.

Mijn ogen zoeken een stoel om te rusten. Niets te zien.
Dan in de verte een terrasje. Ik nodig hem uit voor een koffie. Het werkt. Hij heeft het niet direct door.

Mijn knieën kunnen een beetje smeerolie gebruiken. De trappen naar het toilet zijn een pijnlijk extraatje.

Vanavond geen kinderen in bed. Ik wil lekker slapen zonder blauwe plekken.

Dag 174 Cement

De nacht was geen echt succes. De jongste miste zijn papa, wilde kost wat kost in het grote bed slapen. Mama was te moe om weerstand te bieden.


Om drie uur was papa nog steeds niet thuis en bleek de jongste inmiddels het hele bed te hebben verkend door 360° te draaien in zijn slaap. Met de regelmaat van de klok, kreeg ik dus een klap. Gedaan met slapen om van de pijnlijke spieren nog maar te zwijgen.

Tegen dan was ik het spuugzat en klaarwakker. Toen kwam hubby ook thuis. "Slaap jij niet?", was hij verbaasd. Die had duidelijk gerekend op mijn slaappilletje om zijn uitspattingen te verbergen.

Relatief geradbraakt doorloop ik de dag. Het ene moment loop ik rond, even later lig ik uitgeteld op de bank, dan sta ik weer op, dan ga ik weer slapen. Mijn benen lijken net holle buizen van cement, zo zwaar en vanbinnen kolkt, tintelt en borrelt er een gloeiend hete massa.

Mijn borstkast is ingesnoerd als in een korset en mijn hoofd staat op ontploffen. Al mijn radertjes zitten onder het zand. Ik zak weg in slaap maar de wekker rinkelt ongenadig.

We gaan naar het park met de vriendin zoals afgesproken en doen ons tegoed aan de rust onder de bomen. De zomer is terug in het land. Dit was leuk.

Dag 173 Last minute

Vandaag is extra rustdag. Morgennamiddag heb ik afgesproken bij een vriendin met de jongste dus we sparen elke stap.


De pijn trekt feller door mijn armen tot in mijn handen, de rekoefeningen verlichten tijdelijk. Ik kneed mezelf waar ik kan. Hubby moppert dat hij me niet meer vastpakken, ik plooi dubbel onder elke knuffel.

Mieren kruipen onder leden, hoofdpijn achtervolgt me overal.

Geen mentale inspanning vandaag, mijn hersenpan pruttelt nog na van de inspanning de afgelopen dagen. Alleen een wasmachine kan op mijn goedkeuring rekenen. Veel hersencellen moet ik daarvoor niet gebruiken. De moderne machines zijn voorgeprogrammeerd. En was ophangen, is een vorm van stretchen.

De musjes in de voortuin worden mijn spektakel. De voorbijkomende sportwandelaars en fietsers worden benijd. En boekje over interieur moet inspiratie leveren voor de kale muren. Langzaam vallen de ogen toe. Tot de wekker gaat.

Hubby komt niet thuis eten vandaag. Een last minute verwittiging via sms. Koken met lege batterijen.

De ontgiftingskuur houdt in zoveel mogelijk medicatie te mijden. Vanavond geen slaapmedicatie dus.

Dag 172 Waka

Alles blijft liggen. Ik dus ook. Dezer dagen slaap ik als een os.


Mijn aders liggen opvallend dik op mijn vel dezer dagen als ik ze laat hangen. Een onprettig gevoel. Sinds jaren heb ik wel opvallende aders gehad zoals fitness freaks. Nu nog de fitness ...

Herinner u dat energieke gevoel, die kick die je krijgt als je zo'n uurtje hebt gesport. De endorfines die door je lichaam razen. De geur van muffe sportschoenen, zweterige t-shirts, ...

Nu enkel dat lijf dat njet zegt, moe en ziek wordt van dagelijks leven waar men als gezond mens zelfs niet bij stilstaat, alles wikken en wegen om een beetje te kunnen functioneren, ...

Zoonlief kijkt naar een videoclip van Shakira, Waka. Ze straalt leven en pure energie uit, springt als een veertje, draait met die heupen, tovert de mooiste glimlach op haar gezicht, rondom haar tientallen mensen die ritmisch bewegen, ... Dat lijkt nu even een andere planeet.

Ik weiger om te accepteren dat ik dat nooit meer zal kunnen. En toch trap ik in de val. Als ik me wat beter voel, ga ik over de grens. Een brein doet je miserie rap vergeten en tegelijkertijd doet het je terug belanden in je miserie.

Tegen het middaguur kruip ik uit mijn ligzetel en besluit dan maar zelf de was op te hangen. Anders droogt die nooit. Het is alsof den duvel ermee gemoeid is. Tien minuten erna stortregent het.

Morgen start ik mijn ontgiftigingskuur van de lever. Zes dagen appelsap drinken ter voorbereiding. De appeltjes in de tuin zijn nog niet rijp maar daar ga ik niet op wachten. Ik koop vers sap in de biowinkel. Deze week geen medicijnen of vitamines. Alleen het hoogstnoodzakelijke, dus de schildklier en de migraine.

De koelkast is leeg, de katten hebben geen brokjes meer, ... Er is geen ontkomen meer aan. Ik moet naar de winkel. Heb het lang genoeg uitgesteld. Mensen beginnen te reclameren thuis, de poezen ook.

Dag 171 Allemaal beestjes

Bloed prikken vandaag. We gaan naar oma haar werk, een privé-kliniek. Collega's bekijken me, vragen hoe het nu me gaat. Sommige kennen me al 20 jaar, anderen hebben me nog nooit gezien.


Ze zeggen dat ik hard ben vermagerd maar dat de spirit er terug inzit. Moeder berispt een nieuweling die zegt dat ik er goed uitzie met een scheef hoofd. "Je weet niet waarover je spreekt. Je hebt haar vroeger niet gekend. Ze ziet er misschien leuk uit, ze kan nauwelijks wat."

Doodziek in mijn bed lig ik inderdaad niet meer. Dan had ik dit ook niet kunnen schrijven. We zijn op de goede weg.

De prik voel ik ditmaal helemaal niet. Een unicum. Zo kunnen ze van mijn prikfobie verlossen.

Ik ga pas om halftien slapen. De jongste heeft luizen meegebracht van de kinderopvang. De gedachte aan beestjes in bed, knuffels, lakens, ... nog meer wasmachines.