Veel heeft mijn kroost niet geslapen omdat ik maar kou bleef hebben vannacht. Ik was bevroren tot op het bot. De anderen hadden er duidelijk geen last van.
Na een paar uur treuzelen in de voormiddag zijn we dan toch op dreef geraakt en de omgeving gaan verkennen. Hubby is zo aardig geweest de auto te gebruiken ook al was het maar 250 meter tot aan de kabellift.
Is het nu door deze ziekte of beeld ik me nu in dat ik veel minder moedig ben dan vroeger? Het wiebelen van dat liftje deed me huiveren, ik genoot niet van het uitzicht, ik was blij dat ik eruit was, ik was overbezorgd dat de jongste niet op tijd uit het lifje zou geraken op dat platform.
Onredelijk en ongezellig voor mezelf en de anderen. We hebben een kleine wandeling gemaakt in het dorp en genoten van een eenvoudige maar uitstekende lunch op een terrasje.
Later op de dag zijn we doorgereden via een heel smal bergpadje naar een dorp waar de oudste zoon een hoogtestage zal doen. Volgende week is zijn broer aan de beurt. Vooral geen hoogtevrees hebben als je die 15 km naar boven rijdt ... Af en toe was het toch effe zweten aan de passagierskant.
De natuur is hier puur en onaangetast. In de winter is het dorp onbereikbaar en onbewoonbaar. De schoonheid is met geen woorden te beschrijven. De pijlen naar de berghutten waren zeer aanlokkelijk, de bruin gebrandde benen van menig wandelaar gaven kriebels om mee te doen, de steile bergwanden en witte bergtoppen waren rustgevend, ...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten